Vaarwel Scheldeflat!

Vandaag ging de eerste “hap” uit de Scheldeflat. Een moment waar veel wijkbewoners, oud-bewoners, oud-medewerkers en oude bekenden op af kwamen.

Samen foto’s bekijken, samen op de foto met de letters van de Scheldeflat, maar vooral: samen herinneringen op halen.



De echte sloop gaat over 2 weken van start, als de asbestsanering helemaal klaar is. Ondertussen blijven we herinneringen aan de Scheldeflat verzamelen. Niet zomaar: we bundelen deze in een afscheidsdocumentaire. De première volgt half december. Later meer hierover! 

Herinneringen aan de Scheldeflat: Jack Wesenbeeck

Tussen 2000 en 2006 was Jack Wesenbeeck de zelfstandig uitbater van de servicewinkels in de Scheldeflat, Warandeflat, Meilustflat, Avondvrede en de Jacquelineflat. “Mijn doel? Een echte servicewinkel in huis, waar je eigenlijk alles voor thuis kon kopen.”

Toen Jack in 2000 het beheer van de winkeltjes overnam, waren met name die van de Scheldeflat en de Warande sterk verouderd. “Ze bevonden zich allebei in de kelder. Was er in die tijd een controle geweest op de kwaliteit, weet ik niet of we erdoor waren gekomen”, schetst hij het beeld.

Jack kreeg als zelfstandig ondernemer de opdracht om de winkels te vernieuwen. De Scheldeflat werd zijn eerste project. Op de 1e verdieping, naast de recreatiezaal werd een leegstaande woning omgebouwd tot winkelruimte. De opening was in 2003, door niemand minder dan Burgemeester Peter van der Velden. “Peter is mijn zwager. Hij was net een paar weken Burgemeester. Het was een van zijn eerste optredens.”

Warme saucijzenbroodjes

“We hadden van alles”, vertelt Jack trots. “Aardbeien en asperges in het seizoen. Verse eieren en appels van de boer. De geur van warme saucijzenbroodjes vulden de hele gang. Vroegen de bewoners om een bepaalde producten, dan zorgden we dat het er was. Zelfs kapotte schoenen konden worden binnengebracht. We zorgden ervoor dat de zolen gerepareerd terugkwamen.”

Ook de bewoners van Fort-Zeekant wisten de winkel te vinden, al was de concurrentie met de lokale middenstand en de Nettorama er natuurlijk ook.

Dagelijks uitje

Voor veel bewoners was een bezoek aan de servicewinkel een dagelijks uitje. Iedere dinsdag tot en met zaterdag was het winkeltje geopend van 9.00 tot 12.00 uur. Zelf stond Jack aan de kassa van de winkel in de Meilustflat, maar zijn winkeldames Wilma Lameir en Joke Hermans waren graag gezien in de Scheldeflat.

“Het was echt een servicewinkel, dus het sociale hoorde daar zeker bij. Soms kwamen de bewoners maar voor 1 product, maar ze waren er wel even uit. Het praatje was minstens net zo belangrijk. Zo bouwde je echt een band op met de bewoners.”

Jack weet nog dat een van zijn medewerksters ziek thuis zat. ” Toen ik bij haar thuis kwam, stond de hele woonkamer vol met kaarten van de bewoners van de Scheldeflat. De mensen waren echt betrokken.”

Onzekere toekomst

De nieuwe servicewinkel was een groot succes, maar daar stond ook een forse investering tegenover. “De Scheldeflat heb ik helemaal zelf bekostigd. Maar ik ben daarna wel met de stichting in overleg gegaan over de kosten. Voor de Warande moest dat toch anders.”

De toekomst de serviceflats was te onzeker, al werden wel alle winkels gemoderniseerd. Toen Jack ook met persoonlijk leed kampte, gaf hij de winkels in 2006 terug aan de stichting Vivensis. Bewoners van de Scheldeflat namen later het beheer van de winkel over.

Bergenaren

Hoewel hij zelf de meeste uren doorbracht in de Meilustflat, kan Jack terugkijken op een hele mooie tijd in de Scheldeflat. “Het waren bijna allemaal Bergse mensen en wie dat van oorsprong niet was, werd het wel in de Scheldeflat. Natuurlijk vond je die ook in de Warande, maar daar bleven de voetjes gewoon op de grond. In de Schelde ging het dak van het zolder eraf!”

Lees ook het verhaal van Liesbeth Rijken & Ellie Schnabel. Klik op de link!

De herinneringen van
Liesbeth & Ellie

Herinneringen aan de Scheldeflat: Ton van Halem

De biljartballen rolden immers dagelijks in de recreatiezaal van de Scheldeflat. “Ik kwam er iedere week wel een keer.”

Zo rond 1995 plaatste Ton 2 biljarttafels in de Scheldeflat. “Die hebben er tot de sluiting van de serviceflat gestaan. Daarna ging de flat een tijd dicht. Toen er later vluchtelingen in kwamen wonen, heeft Stadlander mij gevraagd om weer een biljart te plaatsen. Die kwam over van een ruimte in Sint-Maartensdijk. Voor de sloop van de Scheldeflat heb ik de biljarttafel nog overgebracht naar het oude politiekantoor aan Plein XIII, waar nu Oekraïense vluchtelingen zitten.”

Ton en Jacqueline hebben vanuit hun woning (nu nog) uitzicht op de Scheldeflat.

Biljartboetiek

Het plaatsen van de biljarts betekende voor Ton ook dat hij veel contact had met de Scheldeflat. “Ik kwam er wekelijks voor kleine reparaties. En de bewoners wisten ons ook goed te vinden. In die tijd zaten we met 2 winkels aan het Emmaplein: de Biljartboetiek en een winkel met dartspullen. Dan kwamen ze bij mij voor bijvoorbeeld een keu of andere toebehoren.”

Ton en zijn vrouw Jacqueline wonen al heel wat jaren in de wijk. Na 47 jaar in de Prins Hendrikstraat, verhuisden ze afgelopen december naar Bergse Buren. Vanaf de woonkamer volgen ze de sloop van de flat. “Je hoort dat ze nog volop bezig zijn. Het hele pand wordt gestript.”

Toen de Scheldeflat onderdak bood aan vluchtelingen, plaatste Ton opnieuw een biljart in de flat.

Gemoedelijk

Als ondernemer in dé favoriete sport voor senioren is Ton al op veel plekken geweest. Hij leverde biljarts aan onder andere de Jacquelineflat, de Warandefat, de Meilustflat, maar ook de ontmoetingsruimten van de appartementengebouwen Reigershorst en Aquacite.

Over die laatste locatie heeft Ton nog een bijzondere anekdote. “Daar heeft ooit een bewoner frituurvet over de biljart gegooid. Hij was het getik van de ballen beu.” Zo’n incident heeft bij de Scheldeflat nooit plaatsgevonden.

“Hooguit een gat in het laken, maar het waren oudere mensen hè. Nee, bij de Scheldeflat ging het er altijd heel gemoedelijk aan toe. De sfeer was er fantastisch, al die mensen samen. Ze waren altijd blij dat ze mochten biljarten. Ik heb nog wel eens een biljartklok opgehangen, maar als die 14 dagen gebruikt is, is dat veel. Dat was daar niet nodig. Voor de mensen was het echt perfect!”

Lees ook het verhaal van schrijver Sonn Franken. Klik op de link!

De herinneringen van
Sonn Franken

Herinneringen aan de Scheldeflat: Liesbeth Rijken & Ellie Schnabel

Van maaltijden tot pinuurtje, van bonte avonden tot biljarten. En natuurlijk de bemanning van de receptie en de huishoudelijke dienst. Al zijn ze er zelf bescheiden onder: “We deden het altijd met zijn allen. Het was 1 team, iedereen deed mee.”

Liesbeth en Ellie kwamen beide eind jaren ’90 te werken aan de receptie van de Scheldeflat. Later volgde Liesbeth de opleiding tot facility manager, een functie die meermaals van naam veranderde: Hoofd Serviceflat, Manager Wonen en Manager Wonen B. “Maar ik bleef gewoon steeds hetzelfde doen hoor.” En dat werk was heel breed. Als de dames eenmaal vertellen, komt de ene herinnering na de andere.

Bijvoorbeeld het samen eten. Liesbeth: “In het begin werden er warme maaltijden verzorgd. Die werden bereid in de Warandeflat, later kwamen ze vanuit de Meilustflat. De maaltijden werden rondgebracht door de huishoudelijke dienst. Op een gegeven moment mocht dat niet meer, met warme maaltijden over straat. Toen kwamen de maaltijden koud aan. Wij overal magnetronnekes weggezet, maar dat was ook al snel klaar. Toen zijn we zelf gaan koken, twee keer in de week. Op inschrijving. Want we moesten zelf de inkopen doen. Het waren simpele maaltijden om samen te eten.”

Meneer Leenders, voorzitter van bewonerscommissie, zorgde 1 keer per maand voor een themamaaltijd, bijvoorbeeld een FAA (Forel, Asperges en Aardbeien)-maaltijd of mosselen. “En dan na het eten gingen de handjes de lucht in. Het was er altijd gezellig.”

Dienstverlening

Wie in de Scheldeflat woonde, hoefde zich niet te vervelen. Er was een bieb, een winkeltje, een gymclub, in de recreatiezaal kon je koffie en thee kopen voor 50 cent en er stonden biljarttafels. Er werden bingo’s georganiseerd, muziekavonden en optredens. Ook was er een pinuurtje, een opvolging van de bezoekjes die de NMB midden jaren ’90 aan de Scheldeflat bracht.

Dan was er nog de receptie, de huishoudelijke dienst, de aanwezigheid van de huismeester en de zorg. De bewoners betaalden hiervoor zogenaamde dienstverleningskosten.

Huishoudelijke hulp

Later kwamen de indicaties op. Via de WMO of Wet Langdurige Zorg hadden bewoners recht op thuiszorg en huishoudelijke hulp. Ook die ondersteuning leverde het personeel van de Scheldeflat. De toegewezen zorg gaf soms wel wat uitdagingen.

Ellie, die de roosters maakte, herinnert zich dat nog goed. “Op het hoogtepunt waren er bewoners die 9,9 uur huishoudelijke hulp in de week kregen. Voor een appartementje van 48 vierkante meter. In de vakanties kwamen we soms niet rond met de roosters. Dan kwamen we een uurtje minder. Maar sommige bewoners stonden erop dat die tijd dan wel ingehaald worden.”

Liesbeth: “Toen een bewoonster vroeg of we de plastic boterhamzakjes konden uitwassen, werd het me echt te gek. Daar heb ik toen wel wat van gezegd.”

‘Hotel Scheldeflat’

Rond de vastenavend was het altijd een drukte in de flat. Natuurlijk vanwege het jaarlijkse bezoek van d’n òògheid, maar ook vanwege de vele boekingen in ‘Hotel Scheldeflat’. Op iedere verdieping bevond zich namelijk een logeerkamer. Familieleden die overkwamen konden zo’n logeerkamer boeken, tegen betaling.

Een vaste gast was oud-Stadlander bestuurder Ton Ringersma. Liesbeth: “Hij woonde toen nog niet in Bergen op Zoom. Ik kwam hem eens tegen op een receptie en hij vertelde dat hij in een hotel sliep. Ik zei: je gaat toch niet op hotel als je ook bij ons kunt slapen? Sindsdien boekte hij regelmatig een logeerkamer, soms zelfs met zijn hele familie.”

Bergenaren

Liesbeth en Ellie hielden kantoor in een lege woning: nummer 178. “Als de deur open stond, konden ze bij ons binnenlopen.” De sociale controle was er groot. Het gebeurde nog al eens dat bewoners zich zorgen maakten over de buurvrouw die zich al even niet had laten zien.

Ellie: “Dan gingen wij met kloppend hart naar binnen. Je wist niet wat je aan ging treffen. We hebben wel eens mensen gevonden, die helaas overleden waren.”

Liesbeth herinnert zich nog goed dat de overledenen via de achterzijde de Scheldeflat verlieten. “Dat vond ik zo naar. Je komt waardig naar binnen langs de voorkant. Ik vond dat je ook waardig de Scheldeflat moest kunnen verlaten, dus langs de entree naar buiten. Dat heb ik uiteindelijk voor elkaar gekregen.”

Lees ook het verhaal van wijkbewoner Ton van Hamel. Klik op de link!

De herinneringen van
Ton van Halemd

Straatrommelmarkt met veel waterflesjes en parasols

Op de markt werden ook dit jaar de meest uiteenlopende artikelen aangeboden. Kleding, speelgoed en boeken, maar ook een bankstel, fietsen, hengels en verzorgingsproducten. Het was al vroeg druk in en om de Beatrixlaan, een aantal bezoekers deden dat in verband met de hoge temperaturen.

Organisator Rob Langenberg: “Een goede opkomst, tevreden gezichten. Overal zag je extra parasols, waterflesjes voor bezoekers en zelfs zwembadjes. Dat is dan wel weer mooi: iedereen zorgt voor elkaar!”

Appelfestival én kunstworkshop in het Amaliapark

Afgelopen zaterdag, 2 september, was het gezellig druk in het Amaliapark, door het Appelfestival en een kunst-workshop.

Met het Appelfestival werd gevierd dat er vorig jaar 200 boompjes geplant zijn door de Eetbare stad, één boompje per pasgeboren baby in onze gemeente. Achter de keet in het park staat sinds één jaar een kleine ‘babyboomgaard’, waar tijdens het festival naamplaatjes bij gezet zijn.
 
Er was van alles te doen, voor jong en oud: spelletjes van de Fitfabriek, een speurtocht door het park, er werd een appellied gezongen en er stonden lange rijen bij de schminkster. De appelschilwedstrijd was populair en natuurlijk waren er zelfgemaakte appellekkernijen. De drankjes en ijs werden verzorgd door Faars IJs.



Het feest was compleet doordat Iwaz en Nouglise aanhaakten voor een kunstzinnige workshop. Bewoners van de nieuwe woonwijk Bergse Buren deden er aan mee, in verband met het ontwerp van een muurschildering, die aan één van de gevels van de nieuwe wijk komt.

Tijdens de workshop stonden fantasie en verhalen uit de wijk centraal. Zowel kinderen als volwassenen deden mee. De muurschildering wordt de komende 2 weken gemaakt door Nouglise met hulp van Iwaz, in zijn atelier.
Er komen een aantal bewoners uit de wijk om daar verder mee te helpen.
Het is de planning dat de schildering op 23 september onthuld wordt, tijdens de jaarlijkse Burendag.

Herinneringen aan de Scheldeflat: Sonn Franken

“Als ik straks er niet meer ben, dan zijn mijn herinneringen in ieder geval vastgelegd.” Met die gedachte schreef Sonn het avonturenboek Drieste Dirk. Over een ietwat brutaal jongetje die in de jaren ‘60/’70 opgroeit in de wijk Fort-Zeekant.

En dat blijkt een jeugd vol eindeloze fantasie te zijn. Van forten bouwen in de polder, tot rovertje spelen in de later gesloopte Pauluskerk. En stiekem appels stelen bij boer Bartje Boeboe. Maar ook pijltjes schieten over de Scheldeflat.

“Dat was op een gegeven moment best een sport”, blikt Sonn terug. Gewapend met een pvc-buis en opgerold krantenpapier was de hoge flat een flinke uitdaging. “Eerst was het nog: wie raakt het hoogste balkon? Maar later schoten we zelfs over de Scheldeflat heen!” Ook voetballen was een geliefde bezigheid in die tijd. Dat gebeurde vooral bij de flats aan de Augustalaan. “Daar waren de flatbewoners niet altijd blij mee. Dan riepen ze vanaf het balkon of we niet konden stoppen met die herrie.” Sonn haalt zijn schouders op. Hij wil maar zeggen: gedoe tussen oudere bewoners en spelende jeugd is er van alle tijden.

Foto’s Sonn Franken

Zeekant vs. Jordaan

Sonn werd geboren in de Rijnlaan aan de Zeekant, maar groeide op in de Prinses Irenelaan. Een deel van ’t Fort dat precies tussen de rivaliserende buurten Zeekant en De Jordaan in lag. Een strijd die er vooral in de 6 weken zomervakantie was. “Dat was dan regelmatig knokken, maar wel op een leuke manier. Al waren de jongens van De Zeekant wel echt ruig. Daar waren we toch een beetje bang van.”

Daar heeft Drieste Dirk in zijn avonturenroman weinig last van. Het brutale manneke is altijd in voor een uitdaging, werkt zich vaak in de nesten, maar gaat door het vuur voor zijn maten. Veel plaatsen uit Sonn zijn eigen jeugd komen voorbij: de Sint Josephschool op het Lourdesplein, de avonturen rond de vervallen Pauluskerk, de beruchte familie Vies Netje, de Maycrette-woningen en het zwemmen aan de Zeekant.

Foto’s Piet Blaas

Vliegeren

Aan de plaats van de Scheldeflat heeft hij ook een persoonlijke, minder fijne herinnering. “Daar ben ik ooit bijna onthoofd”, klinkt het luguber. Als jong manneke van een jaar of 5 stond hij te popelen om zijn nieuwe vlieger aan de Zeekant uit te testen. Op een ongelukkig moment wikkelde het touw zich om zijn nek. “Gelukkig kwam er iemand langs en heeft mij geholpen. Het is nog 20 jaar een litteken geweest.”

Liefde voor de stad

In de decennia die volgden heeft Sonn zijn wijk veel zien veranderen. “Er is bijna niets meer over van toen, alleen de woningen in de Jordaan zijn er nog. Daarom wilde ik mijn herinneringen opschrijven.” Die herinneringen zijn ook te vinden op zijn website www.bozinbeeld.nl, waar hij op de pagina ‘Over Berrege Gesproken’ de liefde voor zijn stad in beeld brengt. Zijn tip: ga de stad eens in en ontdek de schoonheid. “De Lourdeskerk bijvoorbeeld. Veel mensen kennen hem, maar zijn er nog nooit binnen geweest. Er zijn zoveel mooie parels in onze stad.  Dat mogen we niet vergeten.”

Lees ook het verhaal van schilder Ad Elzakkers. Klik op de link!

De herinneringen van
Ad Elzakkers

Herinneringen aan de Scheldeflat: Ad Elzakkers

Van 1979 tot 2002 was Ad werkzaam als schilder voor de grote serviceflats in de stad, waaronder de Scheldeflat. “In het begin ging ik ’s avonds nog naar huis met mijn blik verf en kwast op de fiets. Dat was niet te doen. Kwam ik onder de verf thuis. Dus al snel had ik mijn eigen werkplaats, beneden in de kelder van de Scheldeflat.”

Ad kwam in dienst bij de stichting Warande, de beheerder van serviceflats als de Warande, Avondvrede, ’t Ketrientje en natuurlijk de Scheldeflat. Moeiteloos noemt hij de sleutelfiguren uit zijn tijd op: “Meneer Havermans was de directeur. Mijn chef was meneer Backx, toen hij met pensioen ging kwam Joop Stoffels. En je had juffrouw van de Berg, de hoofd van de huishoudelijke dienst. Zij woonde in de Scheldeflat. Aanhoudend stonden er bewoners bij haar aan de deur, dus na een paar jaar is ze toch verhuisd naar een eigen woning buiten de flat.”

Wegenverf

Wanneer een woning leeg kwam te staan, werd Ad als schilder ingevlogen. De woning moest dan weer toonbaar gemaakt worden. “Sommige woningen zagen helemaal bruin van de rook, want in die tijd werd nog volop gerookt.” Het buitenschilderwerk werd uitgevoerd door schildersbedrijf Lindhout, maar alle andere schilderklussen kwamen bij Ad terecht. “Ik heb nog eens lijnen moeten aanbrengen achter de garages. Zat ik daar op mijn knieën met een pot wegenverf en een mal de letters ‘verboden parkeren’ te schilderen.”

Vastenavend

Aan de Scheldeflat koestert hij goede herinneringen. “Het was een hele gezellige flat. Het zat vol met gewone mensen, zoals jij en ik.” Beroemd waren de vastenavendvieringen, waar Ad regelmatig een helpende hand uitstak. “Dan vroeg Jan Coppens, de huismeester, of ik wilde helpen met het klaarzetten van de stoelen of met de drankjes. Er werd écht gefeest. Natuurlijk gebeurde dat op de andere flats ook wel, maar bij de Scheldeflat ging alles zo vanzelf. De volgende dag hielp ik vaak weer met opruimen. Dan lagen de kippenbotten onder de tafels”, grinnikt hij.

Foto’s: Peter Suijkerbuijk

Tentoonstelling

Ad hanteerde de verfkwast niet alleen voor zijn beroep, schilderen is ook jarenlang zijn grote hobby geweest. Als kunstschilder hield hij nog eens een expositie in de Scheldeflat. “Ik heb ooit les gehad van Louis Weijts, later heb ik mezelf allerlei technieken aangeleerd. Ik schilderde vooral landschappen. Het was een goed gebruik onder het personeel dat als iemand een hobby had, dit tentoongesteld mocht worden in de serviceflats. Voor de bewoners waren dit altijd leuke activiteiten.”

Zijn talenten bleven niet onopgemerkt. Meneer Bakx vroeg of Ad een decor wilde schilderde voor een voorstelling voor het 25-jarig bestaan van de Scheldeflat. Hij schilderde de volledige Scheldeflat in detail na.

Lees ook het verhaal van de nachtbewaker Peter Suijkerbuijk. Klik op de link!

De herinneringen van
Peter Suijkerbuijk

Herinneringen aan de Scheldeflat: Peter Suijkerbuijk

Later werd het zijn werkplek en ook een beetje een tweede thuis, toen zijn ouders in de Scheldeflat trokken.

Slechts weinig mensen hebben de Scheldeflat zoveel in nachtelijke uren gezien als Peter Suijkerbuijk. In 1992 kwam hij in dienst als oproepkracht bij de stichting Zorg & Service, twee jaar later kreeg hij een vaste aanstelling als nachtbewaker. Een taak die veel verder ging dan enkel beveiliger. “Als ik ’s avonds aankwam, zat er soms al 4-5 man op mij te wachten. Zodat ik de steunkousen of het gehoorapparaat kon uitdoen, want dat mocht ik in die tijd nog gewoon doen.”

Links: foto gemaakt tijdens de open dag in 2007.

Rechts: Peter Suijkerbuijk met huismeester Ad Geers

Inbreker

Peter was er vooral voor de sociale veiligheid. Bijvoorbeeld om hulp te bieden als iemand ’s nachts uit bed viel of als er een dokter nodig was. Maar hij herinnert zich ook nog een ander voorval: “Er kwam iemand binnen die zich voordeed als taxichauffeur. Hij zei dat hij iemand kwam ophalen. Toen die persoon zogenaamd niet kwam, liep hij zelf door de gangen. Daar zat hij aan de deuren en kastjes om te zien of hij ergens iets kon weghalen. De bewoners hebben me gewaarschuwd. Ik heb de inbreker gepakt en later overgedragen aan de politie.”

Schaaltje bonbons

Dat bewoners een handje hielpen, is tekenend voor de betrokkenheid in de Scheldeflat. “De allereerste bewoonster van de Scheldeflat vroeg ’s avonds altijd of ik even bij haar langskwam. Ze had een schaaltje bonbons klaar staan. Als ik er dan eentje wegnam, wist ze dat ik geweest was.”

Boven: Foto’s gemaakt tijdens Peters rondes door de Scheldeflat

Onzekere tijd

Langzaam maar zeker pakken donkere wolken samen boven de Scheldeflat. “De grote serviceflats in de stad, zoals de Scheldeflat, Jacquelineflat en Warandeflat, kregen steeds meer leegstand. Toen de Warandeflat dichtging, kwamen er 35 bewoners naar ons toe. Toen zaten we weer even wat voller, maar uiteindelijk liep ook dat terug.” Een onzekere periode brak aan. “Voor de bewoners, maar ook voor het personeel. Sommigen moesten zelfs uitkijken naar een andere baan.”

Familie

Dat de Scheldeflat nu tot zijn einde komt door de sloop, is een vreemd besef. “Voor mij is de Scheldeflat een stukje historie. Ik ben opgegroeid aan de Zeekant, heb de flat nog zien opgebouwd worden. Mijn moeder heeft er tot het einde gewoond, ik heb er al die jaren gewerkt. We waren met zijn allen één familie; de bewoners en het personeel. Maar ook een familie die uit elkaar is gevallen, toen we allemaal ergens anders terecht kwamen. “

Lees ook het verhaal van de Scheldeboys. Klik op de link!

De herinneringen van
de Scheldeboys

Herinneringen aan de Scheldeflat: Scheldeboys

Een muziekgezelschap dat bestond uit Wim (accordeon), Ron (basgitaar) en Joep (rithme). Met zijn drieën wisten ze regelmatig de voetjes van de vloer te krijgen. “De Scheldeflat? Dat was een complete familie. Iedereen deed mee”, glundert accordeonist Wim.

Samen met zijn vrouw verhuisde Wim in 2005 naar de Scheldeflat. “De vierde verdieping aan de lange gang. We keken zo bij de Chinees op tafel.” De gezellige middagen kan Wim zich nog goed herinneren. “De mannen zaten op de biljartclub en de vrouwen zaten ernaast te kaarten. Ook was er regelmatig een bingo. Dan trad ik op in de pauze. Eerst alleen, later samen met Ron en Joep. De Scheldeboys, oftewel de Brave Jongens. Zo noemden we onszelf.” In het repertoire zaten veel Hollandse meezingers. “Maar we speelden ook Elvis Presley met Mussi Denn”, vertelt Wim trots.

Foto: Peter Suijkerbuijk

Samen Nieuwjaar vieren

De sfeer in de Scheldeflat was heel familiair. Daar speelde Gerrit Leenders als voorzitter van de bewonerscommissie een grote rol in volgens Wim. “We kregen ieder jaar een bakje aardbeien van hem. Die regelde hij via een teler in de buurt. Gerrit keek om naar alle bewoners en trok de eenzaamheid van anderen zich enorm aan. Hij zorgde er altijd voor dat mensen niet alleen hoefden te zitten met oud & nieuw, maar dat ze samen het nieuwe jaar konden vieren.”

Links: het repertoire van de Scheldeboys

Rechts: Gerrit Leenders en zijn vrouw

“Sluiting hing in de lucht”

De tijd van Wim in de Scheldeflat was maar kort. Na 2,5 jaar – in 2008 – begonnen de eerste donkere wolken boven de Scheldeflat samen te pakken. “Het hing toen al in de lucht dat de flat dicht ging. Er zouden geen nieuwe mensen meer in komen wonen. Dat heeft ons wel aan het denken gezet. Fort-Zeekant had in de tijd nauwelijks nog winkels. Dat misten we. We konden verhuizen naar de Jacquelineflat, dichterbij het bos. Daar zitten we nu al 15 jaar naar ons zin.”

Lees ook het verhaal van Toine van Steenpaal. Klik op de link!

De herinneringen van
Toine van Steenpaal