Herinneringen aan de Scheldeflat: Liesbeth Rijken & Ellie Schnabel

Jarenlang waren ze samen het gezicht van de Scheldeflat: Liesbeth Rijken en Ellie Schnabel. De één als hoofd serviceflat, de ander als haar rechterhand.

Van maaltijden tot pinuurtje, van bonte avonden tot biljarten. En natuurlijk de bemanning van de receptie en de huishoudelijke dienst. Al zijn ze er zelf bescheiden onder: “We deden het altijd met zijn allen. Het was 1 team, iedereen deed mee.”

Liesbeth en Ellie kwamen beide eind jaren ’90 te werken aan de receptie van de Scheldeflat. Later volgde Liesbeth de opleiding tot facility manager, een functie die meermaals van naam veranderde: Hoofd Serviceflat, Manager Wonen en Manager Wonen B. “Maar ik bleef gewoon steeds hetzelfde doen hoor.” En dat werk was heel breed. Als de dames eenmaal vertellen, komt de ene herinnering na de andere.

Bijvoorbeeld het samen eten. Liesbeth: “In het begin werden er warme maaltijden verzorgd. Die werden bereid in de Warandeflat, later kwamen ze vanuit de Meilustflat. De maaltijden werden rondgebracht door de huishoudelijke dienst. Op een gegeven moment mocht dat niet meer, met warme maaltijden over straat. Toen kwamen de maaltijden koud aan. Wij overal magnetronnekes weggezet, maar dat was ook al snel klaar. Toen zijn we zelf gaan koken, twee keer in de week. Op inschrijving. Want we moesten zelf de inkopen doen. Het waren simpele maaltijden om samen te eten.”

Meneer Leenders, voorzitter van bewonerscommissie, zorgde 1 keer per maand voor een themamaaltijd, bijvoorbeeld een FAA (Forel, Asperges en Aardbeien)-maaltijd of mosselen. “En dan na het eten gingen de handjes de lucht in. Het was er altijd gezellig.”

Dienstverlening

Wie in de Scheldeflat woonde, hoefde zich niet te vervelen. Er was een bieb, een winkeltje, een gymclub, in de recreatiezaal kon je koffie en thee kopen voor 50 cent en er stonden biljarttafels. Er werden bingo’s georganiseerd, muziekavonden en optredens. Ook was er een pinuurtje, een opvolging van de bezoekjes die de NMB midden jaren ’90 aan de Scheldeflat bracht.

Dan was er nog de receptie, de huishoudelijke dienst, de aanwezigheid van de huismeester en de zorg. De bewoners betaalden hiervoor zogenaamde dienstverleningskosten.

Huishoudelijke hulp

Later kwamen de indicaties op. Via de WMO of Wet Langdurige Zorg hadden bewoners recht op thuiszorg en huishoudelijke hulp. Ook die ondersteuning leverde het personeel van de Scheldeflat. De toegewezen zorg gaf soms wel wat uitdagingen.

Ellie, die de roosters maakte, herinnert zich dat nog goed. “Op het hoogtepunt waren er bewoners die 9,9 uur huishoudelijke hulp in de week kregen. Voor een appartementje van 48 vierkante meter. In de vakanties kwamen we soms niet rond met de roosters. Dan kwamen we een uurtje minder. Maar sommige bewoners stonden erop dat die tijd dan wel ingehaald worden.”

Liesbeth: “Toen een bewoonster vroeg of we de plastic boterhamzakjes konden uitwassen, werd het me echt te gek. Daar heb ik toen wel wat van gezegd.”

‘Hotel Scheldeflat’

Rond de vastenavend was het altijd een drukte in de flat. Natuurlijk vanwege het jaarlijkse bezoek van d’n òògheid, maar ook vanwege de vele boekingen in ‘Hotel Scheldeflat’. Op iedere verdieping bevond zich namelijk een logeerkamer. Familieleden die overkwamen konden zo’n logeerkamer boeken, tegen betaling.

Een vaste gast was oud-Stadlander bestuurder Ton Ringersma. Liesbeth: “Hij woonde toen nog niet in Bergen op Zoom. Ik kwam hem eens tegen op een receptie en hij vertelde dat hij in een hotel sliep. Ik zei: je gaat toch niet op hotel als je ook bij ons kunt slapen? Sindsdien boekte hij regelmatig een logeerkamer, soms zelfs met zijn hele familie.”

Bergenaren

Liesbeth en Ellie hielden kantoor in een lege woning: nummer 178. “Als de deur open stond, konden ze bij ons binnenlopen.” De sociale controle was er groot. Het gebeurde nog al eens dat bewoners zich zorgen maakten over de buurvrouw die zich al even niet had laten zien.

Ellie: “Dan gingen wij met kloppend hart naar binnen. Je wist niet wat je aan ging treffen. We hebben wel eens mensen gevonden, die helaas overleden waren.”

Liesbeth herinnert zich nog goed dat de overledenen via de achterzijde de Scheldeflat verlieten. “Dat vond ik zo naar. Je komt waardig naar binnen langs de voorkant. Ik vond dat je ook waardig de Scheldeflat moest kunnen verlaten, dus langs de entree naar buiten. Dat heb ik uiteindelijk voor elkaar gekregen.”

Lees ook het verhaal van wijkbewoner Ton van Hamel. Klik op de link!