Herinneringen aan de Scheldeflat: Joep Wolkefelt

Hij lepelt ze zo op, van zijn vroege jeugd tot aan zijn tijd in de Scheldeflat. Want daar heeft hij maar liefst 11 jaar gewoond. “Mijn tijd in de Scheldeflat? Dat was leuk, leuk, leuk. Het was gewoon goed!”

Joep is geboren in het Limburgse Blerick. Zijn militaire diensttijd bracht hem naar Bergen op Zoom. In het Markiezenhof ontmoette hij zijn toekomstige vrouw. “Onze eerste woning was aan de Borgvlietsedreef 1. Ik werkte bij Jansen Rijtuigenwerk, via mijn baas kon ik het huis huren. Maar met 1 voorwaarde, dat ‘Omaatje Verdaasdonk’ er mocht blijven wonen.”

De eerste 3 kinderen werden geboren  in de Borgvlietsedreef. Toen de Paulus Buyslaan werd opgebouwd, verhuisde het jonge gezin naar daar. Toen ook die woning te klein werd, was de Rijnlaan zijn volgende halte. Later volgden nog 20 jaar in Yerseke, Zeeland.

Zicht op de Borgvlietsedreef, vanuit de Scheldeflat (Foto: Piet Blaas)

Biljartclubje

Vanwege zijn vrouw verhuisde Joep in 2003 naar de Scheldeflat. “Ik woonde in de Heiningen, op 8 hoog. Keek zo de hele stad over. Maar toen kwam er een plekje vrij in de Schelde, op de 4e verdieping.” Daar kwamen Joep en zijn vrouw al meteen in een warm bad terecht. “Ik zat in een biljartclubje. We waren met zijn vieren. Janus de Smid, Piet Musters en meneer Dietvorst. Dat waren echte vrienden. We gingen ook vaak samen op pad, eten bij Non Plus Ultra of bij het Veerhuis. Leuk was dat!”

Kanarie

Van Janus kreeg Joep nog eens een kanarie. “Die is twee keer doodgegaan! Ik was naar de carnavalsoptocht van ABG TV aan het kijken toen: POEF. Lag dat vogeltje dood in zijn kooi. Ik zei: ‘ik zal je morgen wel begraven jongen.’ De volgende ochtend kwam de zuster langs. Ze zei: ‘Moet u dat doek niet van de kooi afhalen?’ En ja hoor, het vogeltje leefde weer. Maar hij was opgehouden met fluiten en een paar dagen later was hij echt dood. Ik heb hem begraven in de tuin van de Scheldeflat.”

Muziek

Muziek is de grote passie van Joep en ook in de Scheldeflat liet hij zich regelmatig horen. Hij maakte deel uit van de Scheldeboys, dat bestond uit Wim (accordeon), Ron (basgitaar) en Joep (rithme). Een bijzonder moment herinnert hij zich nog:

“Gerrit Leenders, voorzitter van de bewonerscommissie, had een Koninklijke Onderscheiding gekregen. Ik kende wat mensen van de Oranje Nassau Harmonie. Ze zouden in mars naar de Scheldeflat komen om een aubade te brengen aan meneer Leenders. Ik weet het nog goed, Hennie Heijboer, de huisarts, liep met zijn klarinet voorop. Maar het duurde even voordat de Harmonie er was. Wat denk je? Al die mensen helemaal blauw van de kou, maar het was wel mooi.”

Lees ook het verhaal van Frits Leenders Klik op de link!

De herinneringen van
Frits Leenders

Herinneringen aan de Scheldeflat: Frits Leenders

Als jong kulleke zat ik op de Sint Josefschool aan het Lourdesplein en vanuit de klas kon je zelfs de bouw van de bovenste lagen van dé Scheldeflat volgen. Het stak hoog boven de huizen uit.

Een markant gebouw aan het einde van de Borgvlietsedreef in de volkswijk Fort-Zeekant. De naam werd ontleent aan de Schelde, de Oosterschelde die tot begin jaren tachtig voor Eb en Vloed zorgde op enkele tientallen meters van DE Schelde flat.

Al gauw kreeg ik door dat als je “oud” werd dáár moest gaan wonen. Daar, in de Scheldeflat, daar was het gezellig, heel gezellig. Daar woonde dan ook vele Bergenaren. Bekende Bergenaren, zoals de Smid van Geel, de gebroeders Paanen, Dhr. Sjel Bergmans, Mevr.van Mansveld en het echtpaar Withagen.

Het deed mijn zussen en broer dan ook deugd dat onze ouders, Gerrit & Riet Leenders, eind jaren negentig in DE Scheldeflat gingen wonen.

In dezelfde straat, van nummer 26 naar nummer 778. Van begin van de Borgvlietsedreef naar eind van deze straat. Op verdieping 7, en zoals mijn vader altijd zei, zijn geluksgetal.

Benidorm aan de Schelde

En geluk hadden ze. Want hun woning zat aan de korte zijde, aan de kant van de Scheldelaan. Met zicht op de Bergse plaat, de Binnenschelde en in de verte Zeeland met oa Yerseke en naar links zag je zelfs de haven van Antwerpen.

Als we op visite kwamen bij onze ouders zaten we dan ook aan tafel voor het raam en keken naar het mooie uitzicht wat ze hadden. En bij goed weer zaten we op een rijtje op het smalle balkon en kregen geen genoeg van het geweldige uitzicht.   

Ik zei dan ook weleens gekscherend, jullie hoeven niet op vakantie. Met dit mooie uitzicht waan je je zelf in het buitenland in Spanje Benidorm. Nu nog wel wat badhanddoeken over de balustrade hangen dan is het plaatje compleet.

Borrel, biljart en breien

Maar gezellig was het niet alleen in hun huisje, het was ook gezellig in de ontspanningsruimte op de eerste verdieping. Daar werd heel wat georganiseerd. Daar moest je zijn om elkander te ontmoeten.

Van het koffie uurtje in de ochtend tot de borrel op de maandag en de donderdagmiddag. Twee dames hadden daar dan bardienst waaronder mevrouw Jo van de Boom en mevrouw Laura van Calmthout.  Menig borreltje werd er dan ook geschonken.  

Maar ook biljarten, er stonden daar twee knotsen van biljart tafels. Terwijl de Vlijtige Vingers wat haak/breiwerk verrichten onder leiding van Mevrouw Adriaansen ging het er tijdens het biljarten serieus aan toe, heel serieus.

Op vrijdagmiddag werd de ruimte tijdelijk omgebouwd voor een kerkdienst, een dienst van woord en gebed. De pastor van dienst ging dan voor. Een van deze pastors en welbekend in deze wijk was Pastor Ben Riesewijk. Hij kwam graag naar de Scheldeflat. Toen Pastor Ben kwam te overlijden nam ons Pa, bij beperkte beschikbaarheid van Pastors, deze rol over.

Feestavonden

Memorabel waren ook de thema diners verzorgd door de koks van Tante Louise. Een van de dienstdoende koks, oa. Johan Scheepers verzorgde zo’n thema diner (bv Mosselen eten) samen met medewerkers van Tante Louise. Dit werd zeer gewaardeerd door de bewoners.

Maar ook memorabel waren de feestavonden zoals Carnaval/Vastenavend. Op de dinsdag voor het Carnavals/Vastenavend weekend bracht De Prins met zijn gevolg altijd een bezoek aan de Scheldeflat. Er werd zelfs prijs gelopen. Achter de rollator. En menig keer is het voorgekomen dat men er ’s morgens achter kwam dat de rollator nog in de feestzaal stond.

Dinsdags de laatste dag van het Carnavals/Vastenavend weekend keken de bewoners gezamenlijk naar de TV. De BRTO later ZuidWest TV. Deze zond de optocht/leutstoet vertraagd uit. Na deze uitzending werden de bewoners getrakteerd op een frietje met een heerlijke croquet. Dat maakte dit festijn weer helemaal compleet.   

Ook bracht Sint Nicolaas een bezoekje aan de Scheldeflat. Enkele bewoners werden dan op hilarische wijze in het zonnetje gezet of beter gezegd: op de hak genomen. Maar ook de Goedheiligman werd zelfs een keer verast/verblijd door de dames van de Vlijtige Vingers met warme sokken slofjes en een heerlijke bijpassende warme sjawl.

Uitjes in de stofzuiger

De bewoners werden ook jaarlijks verast met een toneelstuk van de groep Rondom de Plattebuis of een muzikale bingo, een optreden van dansclub de Lady’s Company. En zelfs een keer van Shantykoor de Batraven. De mannen kwamen in grote getalen naar De Scheldeflat, het paste er maar net in. Een van de leden, Rens Franken, had bedacht om de bewoners te trakteren op nieuwe haringen. Nou die haringen gingen er wel in. De volgende ochtend moest er gestofzuigd worden om de gevallen uitjes op te ruimen. Nog dagen lang rook men de uien lucht als de stofzuiger weer zijn dienst moest doen.

Tijdens de Kerst werd er door mijn vader en zijn kleinzoon op de 7e verdieping een heuse Kerststal ingericht met kerst beelden vanuit de noodkerk St Paulus Kerk die in de wijk Zeekant had gestaan. Menig bewoner nam een kijkje bij deze kerststal.

En als je tijdens de Kerstdagen of Nieuwjaarsdag op visite ging bij je ouders kwam je menig bekende tegen. Het was er een komen en gaan van kinderen/klein kinderen van ouders die ook in deze gezellige flat woonde. Dan was het al gauw, wonen jouw ouders hier ook?  Veelal waren het ouders vanuit de buurt of directe omgeving van Bergen op Zoom. Maar ook bewoners vanuit andere delen van Nederland zoals Den Haag met of zonder hun roots in Bergen op Zoom.

Feestavonden

Voor kleine boodschappen kon je terecht in het service winkeltje van Jack Vanwesenbeek. Daar kocht je bv lekkere koeken van een plaatselijke bakker. Het was daar een komen en gaan.

Waar het ook gezellig was, dat was bij de chinees Tang Dynasty aan de overkant van de straat. Daar kon je terecht voor een heerlijke loempia. Zelfs trakteerde deze chinees de bewoners enkele keren op heerlijke loempiaatjes.     

Als je zelf iets te vieren had, en veel werd er gevierd, kon je als bewoner de ontspanningsruimte “boeken” om je familie te ontvangen. Zeker degene die een grote familie hadden maakte hier graag gebruik van.

Ook werd een computer lokaal ingericht voor degene die computer vaardig wilde worden. Onder de naam digi-vitaal ging men voortvarend aan de slag. Kortom er was in DE Scheldeflat altijd wel iets te doen. Dat maakte het ook zo gezellig.

Stiller en stiller…

Tot het moment daar kwam met de berichtgeving dat de Scheldeflat dicht ging. Het gebouw voldeed niet meer aan de huidige eisen, het zou gesloopt moeten worden, of wel plaats moest maken voor nieuwbouw. De schrik zat er goed. Wat nu, en waar moet ik heen. Jaren ging er overheen tot dat moment daar was.

De gangen werden stiller en stiller. Zo ook de festiviteiten. Je voelde dat het einde nabij was voor de bewoners. Onze ouders vonden gelukkig een nieuw plekje en wonderbaarlijk op enkele tientallen meters van De Scheldeflat, in de Stuyvenburg. Zo bleven ze toch nog in de gezellige wijk Fort Zeekant wonen.

Nadat de laatste bewoners hun nieuwe woonplekje hadden gevonden ging De Scheldeflat op 1 maart 2016 definitief op “slot”. Maar voordat het moment daar was bezocht daags ervoor Dhr. Marijn Withagen senior samen met zijn dochters nog 1 keertje de Scheldeflat, naar de achtste etage alwaar voor hen een High Tea was georganiseerd. Dhr. Marijn Withagen senior had nl. heel veel heimwee en dit was Dhr. Jef Pelgrims bestuurder van Tante Louise te horen gekomen, en had het idee opgepakt om dit te organiseren voor hem. Zelfs de liften waren weer even in gebruik. Dankbaar werd hier gebruik van gemaakt.

Statushouders en kunstenaars

Ik sprak zelf destijds Dhr. Jef Pelgrims ook nog. Hij vertelde mij dat nadat de Scheldeflat op slot was gegaan men op een van de verdiepingen een wietplantage had aangetroffen. Men had dit zeer professioneel ingericht om maar niet ontdekt te worden. Dhr. Pelgrims vertelde mij als men deze personen hadden opgepakt en hun straf hadden uitgezeten hij ze wel in dienst zou willen nemen. Zo keurig/netjes had men het installatie werk uitgevoerd.

Toch ging DE Scheldeflat nog even van slot om dienst te doen als tijdelijke woonruimte voor onder andere spoedzoekers en statushouders. Men maakte gebruik van de onderste woonlagen. De liften waren namelijk buiten gebruik gesteld.

Ook enkele kunstenaars maakte nog even gebruik van de algemene ruimte, men kon er zelfs even binnen lopen voor een praatje. Enkele jaren geleden was toch het moment daar, definitief op slot. En nu vandaag, woensdag 4 oktober, het moment van de sloop. 

Wat nu rest zijn de herinneringen, DE Scheldeflat zal in onze herinneringen hier altijd blijven staan.

Lees ook het verhaal van Jack Wesenbeeck. Klik op de link!

De herinneringen van
Jack Wesenbeeck

Vaarwel Scheldeflat!

Vandaag ging de eerste “hap” uit de Scheldeflat. Een moment waar veel wijkbewoners, oud-bewoners, oud-medewerkers en oude bekenden op af kwamen.

Samen foto’s bekijken, samen op de foto met de letters van de Scheldeflat, maar vooral: samen herinneringen op halen.



De echte sloop gaat over 2 weken van start, als de asbestsanering helemaal klaar is. Ondertussen blijven we herinneringen aan de Scheldeflat verzamelen. Niet zomaar: we bundelen deze in een afscheidsdocumentaire. De première volgt half december. Later meer hierover! 

Herinneringen aan de Scheldeflat: Jack Wesenbeeck

Tussen 2000 en 2006 was Jack Wesenbeeck de zelfstandig uitbater van de servicewinkels in de Scheldeflat, Warandeflat, Meilustflat, Avondvrede en de Jacquelineflat. “Mijn doel? Een echte servicewinkel in huis, waar je eigenlijk alles voor thuis kon kopen.”

Toen Jack in 2000 het beheer van de winkeltjes overnam, waren met name die van de Scheldeflat en de Warande sterk verouderd. “Ze bevonden zich allebei in de kelder. Was er in die tijd een controle geweest op de kwaliteit, weet ik niet of we erdoor waren gekomen”, schetst hij het beeld.

Jack kreeg als zelfstandig ondernemer de opdracht om de winkels te vernieuwen. De Scheldeflat werd zijn eerste project. Op de 1e verdieping, naast de recreatiezaal werd een leegstaande woning omgebouwd tot winkelruimte. De opening was in 2003, door niemand minder dan Burgemeester Peter van der Velden. “Peter is mijn zwager. Hij was net een paar weken Burgemeester. Het was een van zijn eerste optredens.”

Warme saucijzenbroodjes

“We hadden van alles”, vertelt Jack trots. “Aardbeien en asperges in het seizoen. Verse eieren en appels van de boer. De geur van warme saucijzenbroodjes vulden de hele gang. Vroegen de bewoners om een bepaalde producten, dan zorgden we dat het er was. Zelfs kapotte schoenen konden worden binnengebracht. We zorgden ervoor dat de zolen gerepareerd terugkwamen.”

Ook de bewoners van Fort-Zeekant wisten de winkel te vinden, al was de concurrentie met de lokale middenstand en de Nettorama er natuurlijk ook.

Dagelijks uitje

Voor veel bewoners was een bezoek aan de servicewinkel een dagelijks uitje. Iedere dinsdag tot en met zaterdag was het winkeltje geopend van 9.00 tot 12.00 uur. Zelf stond Jack aan de kassa van de winkel in de Meilustflat, maar zijn winkeldames Wilma Lameir en Joke Hermans waren graag gezien in de Scheldeflat.

“Het was echt een servicewinkel, dus het sociale hoorde daar zeker bij. Soms kwamen de bewoners maar voor 1 product, maar ze waren er wel even uit. Het praatje was minstens net zo belangrijk. Zo bouwde je echt een band op met de bewoners.”

Jack weet nog dat een van zijn medewerksters ziek thuis zat. ” Toen ik bij haar thuis kwam, stond de hele woonkamer vol met kaarten van de bewoners van de Scheldeflat. De mensen waren echt betrokken.”

Onzekere toekomst

De nieuwe servicewinkel was een groot succes, maar daar stond ook een forse investering tegenover. “De Scheldeflat heb ik helemaal zelf bekostigd. Maar ik ben daarna wel met de stichting in overleg gegaan over de kosten. Voor de Warande moest dat toch anders.”

De toekomst de serviceflats was te onzeker, al werden wel alle winkels gemoderniseerd. Toen Jack ook met persoonlijk leed kampte, gaf hij de winkels in 2006 terug aan de stichting Vivensis. Bewoners van de Scheldeflat namen later het beheer van de winkel over.

Bergenaren

Hoewel hij zelf de meeste uren doorbracht in de Meilustflat, kan Jack terugkijken op een hele mooie tijd in de Scheldeflat. “Het waren bijna allemaal Bergse mensen en wie dat van oorsprong niet was, werd het wel in de Scheldeflat. Natuurlijk vond je die ook in de Warande, maar daar bleven de voetjes gewoon op de grond. In de Schelde ging het dak van het zolder eraf!”

Lees ook het verhaal van Liesbeth Rijken & Ellie Schnabel. Klik op de link!

De herinneringen van
Liesbeth & Ellie

Herinneringen aan de Scheldeflat: Ton van Halem

De biljartballen rolden immers dagelijks in de recreatiezaal van de Scheldeflat. “Ik kwam er iedere week wel een keer.”

Zo rond 1995 plaatste Ton 2 biljarttafels in de Scheldeflat. “Die hebben er tot de sluiting van de serviceflat gestaan. Daarna ging de flat een tijd dicht. Toen er later vluchtelingen in kwamen wonen, heeft Stadlander mij gevraagd om weer een biljart te plaatsen. Die kwam over van een ruimte in Sint-Maartensdijk. Voor de sloop van de Scheldeflat heb ik de biljarttafel nog overgebracht naar het oude politiekantoor aan Plein XIII, waar nu Oekraïense vluchtelingen zitten.”

Ton en Jacqueline hebben vanuit hun woning (nu nog) uitzicht op de Scheldeflat.

Biljartboetiek

Het plaatsen van de biljarts betekende voor Ton ook dat hij veel contact had met de Scheldeflat. “Ik kwam er wekelijks voor kleine reparaties. En de bewoners wisten ons ook goed te vinden. In die tijd zaten we met 2 winkels aan het Emmaplein: de Biljartboetiek en een winkel met dartspullen. Dan kwamen ze bij mij voor bijvoorbeeld een keu of andere toebehoren.”

Ton en zijn vrouw Jacqueline wonen al heel wat jaren in de wijk. Na 47 jaar in de Prins Hendrikstraat, verhuisden ze afgelopen december naar Bergse Buren. Vanaf de woonkamer volgen ze de sloop van de flat. “Je hoort dat ze nog volop bezig zijn. Het hele pand wordt gestript.”

Toen de Scheldeflat onderdak bood aan vluchtelingen, plaatste Ton opnieuw een biljart in de flat.

Gemoedelijk

Als ondernemer in dé favoriete sport voor senioren is Ton al op veel plekken geweest. Hij leverde biljarts aan onder andere de Jacquelineflat, de Warandefat, de Meilustflat, maar ook de ontmoetingsruimten van de appartementengebouwen Reigershorst en Aquacite.

Over die laatste locatie heeft Ton nog een bijzondere anekdote. “Daar heeft ooit een bewoner frituurvet over de biljart gegooid. Hij was het getik van de ballen beu.” Zo’n incident heeft bij de Scheldeflat nooit plaatsgevonden.

“Hooguit een gat in het laken, maar het waren oudere mensen hè. Nee, bij de Scheldeflat ging het er altijd heel gemoedelijk aan toe. De sfeer was er fantastisch, al die mensen samen. Ze waren altijd blij dat ze mochten biljarten. Ik heb nog wel eens een biljartklok opgehangen, maar als die 14 dagen gebruikt is, is dat veel. Dat was daar niet nodig. Voor de mensen was het echt perfect!”

Lees ook het verhaal van schrijver Sonn Franken. Klik op de link!

De herinneringen van
Sonn Franken

Herinneringen aan de Scheldeflat: Liesbeth Rijken & Ellie Schnabel

Van maaltijden tot pinuurtje, van bonte avonden tot biljarten. En natuurlijk de bemanning van de receptie en de huishoudelijke dienst. Al zijn ze er zelf bescheiden onder: “We deden het altijd met zijn allen. Het was 1 team, iedereen deed mee.”

Liesbeth en Ellie kwamen beide eind jaren ’90 te werken aan de receptie van de Scheldeflat. Later volgde Liesbeth de opleiding tot facility manager, een functie die meermaals van naam veranderde: Hoofd Serviceflat, Manager Wonen en Manager Wonen B. “Maar ik bleef gewoon steeds hetzelfde doen hoor.” En dat werk was heel breed. Als de dames eenmaal vertellen, komt de ene herinnering na de andere.

Bijvoorbeeld het samen eten. Liesbeth: “In het begin werden er warme maaltijden verzorgd. Die werden bereid in de Warandeflat, later kwamen ze vanuit de Meilustflat. De maaltijden werden rondgebracht door de huishoudelijke dienst. Op een gegeven moment mocht dat niet meer, met warme maaltijden over straat. Toen kwamen de maaltijden koud aan. Wij overal magnetronnekes weggezet, maar dat was ook al snel klaar. Toen zijn we zelf gaan koken, twee keer in de week. Op inschrijving. Want we moesten zelf de inkopen doen. Het waren simpele maaltijden om samen te eten.”

Meneer Leenders, voorzitter van bewonerscommissie, zorgde 1 keer per maand voor een themamaaltijd, bijvoorbeeld een FAA (Forel, Asperges en Aardbeien)-maaltijd of mosselen. “En dan na het eten gingen de handjes de lucht in. Het was er altijd gezellig.”

Dienstverlening

Wie in de Scheldeflat woonde, hoefde zich niet te vervelen. Er was een bieb, een winkeltje, een gymclub, in de recreatiezaal kon je koffie en thee kopen voor 50 cent en er stonden biljarttafels. Er werden bingo’s georganiseerd, muziekavonden en optredens. Ook was er een pinuurtje, een opvolging van de bezoekjes die de NMB midden jaren ’90 aan de Scheldeflat bracht.

Dan was er nog de receptie, de huishoudelijke dienst, de aanwezigheid van de huismeester en de zorg. De bewoners betaalden hiervoor zogenaamde dienstverleningskosten.

Huishoudelijke hulp

Later kwamen de indicaties op. Via de WMO of Wet Langdurige Zorg hadden bewoners recht op thuiszorg en huishoudelijke hulp. Ook die ondersteuning leverde het personeel van de Scheldeflat. De toegewezen zorg gaf soms wel wat uitdagingen.

Ellie, die de roosters maakte, herinnert zich dat nog goed. “Op het hoogtepunt waren er bewoners die 9,9 uur huishoudelijke hulp in de week kregen. Voor een appartementje van 48 vierkante meter. In de vakanties kwamen we soms niet rond met de roosters. Dan kwamen we een uurtje minder. Maar sommige bewoners stonden erop dat die tijd dan wel ingehaald worden.”

Liesbeth: “Toen een bewoonster vroeg of we de plastic boterhamzakjes konden uitwassen, werd het me echt te gek. Daar heb ik toen wel wat van gezegd.”

‘Hotel Scheldeflat’

Rond de vastenavend was het altijd een drukte in de flat. Natuurlijk vanwege het jaarlijkse bezoek van d’n òògheid, maar ook vanwege de vele boekingen in ‘Hotel Scheldeflat’. Op iedere verdieping bevond zich namelijk een logeerkamer. Familieleden die overkwamen konden zo’n logeerkamer boeken, tegen betaling.

Een vaste gast was oud-Stadlander bestuurder Ton Ringersma. Liesbeth: “Hij woonde toen nog niet in Bergen op Zoom. Ik kwam hem eens tegen op een receptie en hij vertelde dat hij in een hotel sliep. Ik zei: je gaat toch niet op hotel als je ook bij ons kunt slapen? Sindsdien boekte hij regelmatig een logeerkamer, soms zelfs met zijn hele familie.”

Bergenaren

Liesbeth en Ellie hielden kantoor in een lege woning: nummer 178. “Als de deur open stond, konden ze bij ons binnenlopen.” De sociale controle was er groot. Het gebeurde nog al eens dat bewoners zich zorgen maakten over de buurvrouw die zich al even niet had laten zien.

Ellie: “Dan gingen wij met kloppend hart naar binnen. Je wist niet wat je aan ging treffen. We hebben wel eens mensen gevonden, die helaas overleden waren.”

Liesbeth herinnert zich nog goed dat de overledenen via de achterzijde de Scheldeflat verlieten. “Dat vond ik zo naar. Je komt waardig naar binnen langs de voorkant. Ik vond dat je ook waardig de Scheldeflat moest kunnen verlaten, dus langs de entree naar buiten. Dat heb ik uiteindelijk voor elkaar gekregen.”

Lees ook het verhaal van wijkbewoner Ton van Hamel. Klik op de link!

De herinneringen van
Ton van Halemd

Herinneringen aan de Scheldeflat: Sonn Franken

“Als ik straks er niet meer ben, dan zijn mijn herinneringen in ieder geval vastgelegd.” Met die gedachte schreef Sonn het avonturenboek Drieste Dirk. Over een ietwat brutaal jongetje die in de jaren ‘60/’70 opgroeit in de wijk Fort-Zeekant.

En dat blijkt een jeugd vol eindeloze fantasie te zijn. Van forten bouwen in de polder, tot rovertje spelen in de later gesloopte Pauluskerk. En stiekem appels stelen bij boer Bartje Boeboe. Maar ook pijltjes schieten over de Scheldeflat.

“Dat was op een gegeven moment best een sport”, blikt Sonn terug. Gewapend met een pvc-buis en opgerold krantenpapier was de hoge flat een flinke uitdaging. “Eerst was het nog: wie raakt het hoogste balkon? Maar later schoten we zelfs over de Scheldeflat heen!” Ook voetballen was een geliefde bezigheid in die tijd. Dat gebeurde vooral bij de flats aan de Augustalaan. “Daar waren de flatbewoners niet altijd blij mee. Dan riepen ze vanaf het balkon of we niet konden stoppen met die herrie.” Sonn haalt zijn schouders op. Hij wil maar zeggen: gedoe tussen oudere bewoners en spelende jeugd is er van alle tijden.

Foto’s Sonn Franken

Zeekant vs. Jordaan

Sonn werd geboren in de Rijnlaan aan de Zeekant, maar groeide op in de Prinses Irenelaan. Een deel van ’t Fort dat precies tussen de rivaliserende buurten Zeekant en De Jordaan in lag. Een strijd die er vooral in de 6 weken zomervakantie was. “Dat was dan regelmatig knokken, maar wel op een leuke manier. Al waren de jongens van De Zeekant wel echt ruig. Daar waren we toch een beetje bang van.”

Daar heeft Drieste Dirk in zijn avonturenroman weinig last van. Het brutale manneke is altijd in voor een uitdaging, werkt zich vaak in de nesten, maar gaat door het vuur voor zijn maten. Veel plaatsen uit Sonn zijn eigen jeugd komen voorbij: de Sint Josephschool op het Lourdesplein, de avonturen rond de vervallen Pauluskerk, de beruchte familie Vies Netje, de Maycrette-woningen en het zwemmen aan de Zeekant.

Foto’s Piet Blaas

Vliegeren

Aan de plaats van de Scheldeflat heeft hij ook een persoonlijke, minder fijne herinnering. “Daar ben ik ooit bijna onthoofd”, klinkt het luguber. Als jong manneke van een jaar of 5 stond hij te popelen om zijn nieuwe vlieger aan de Zeekant uit te testen. Op een ongelukkig moment wikkelde het touw zich om zijn nek. “Gelukkig kwam er iemand langs en heeft mij geholpen. Het is nog 20 jaar een litteken geweest.”

Liefde voor de stad

In de decennia die volgden heeft Sonn zijn wijk veel zien veranderen. “Er is bijna niets meer over van toen, alleen de woningen in de Jordaan zijn er nog. Daarom wilde ik mijn herinneringen opschrijven.” Die herinneringen zijn ook te vinden op zijn website www.bozinbeeld.nl, waar hij op de pagina ‘Over Berrege Gesproken’ de liefde voor zijn stad in beeld brengt. Zijn tip: ga de stad eens in en ontdek de schoonheid. “De Lourdeskerk bijvoorbeeld. Veel mensen kennen hem, maar zijn er nog nooit binnen geweest. Er zijn zoveel mooie parels in onze stad.  Dat mogen we niet vergeten.”

Lees ook het verhaal van schilder Ad Elzakkers. Klik op de link!

De herinneringen van
Ad Elzakkers

Herinneringen aan de Scheldeflat: Ad Elzakkers

Van 1979 tot 2002 was Ad werkzaam als schilder voor de grote serviceflats in de stad, waaronder de Scheldeflat. “In het begin ging ik ’s avonds nog naar huis met mijn blik verf en kwast op de fiets. Dat was niet te doen. Kwam ik onder de verf thuis. Dus al snel had ik mijn eigen werkplaats, beneden in de kelder van de Scheldeflat.”

Ad kwam in dienst bij de stichting Warande, de beheerder van serviceflats als de Warande, Avondvrede, ’t Ketrientje en natuurlijk de Scheldeflat. Moeiteloos noemt hij de sleutelfiguren uit zijn tijd op: “Meneer Havermans was de directeur. Mijn chef was meneer Backx, toen hij met pensioen ging kwam Joop Stoffels. En je had juffrouw van de Berg, de hoofd van de huishoudelijke dienst. Zij woonde in de Scheldeflat. Aanhoudend stonden er bewoners bij haar aan de deur, dus na een paar jaar is ze toch verhuisd naar een eigen woning buiten de flat.”

Wegenverf

Wanneer een woning leeg kwam te staan, werd Ad als schilder ingevlogen. De woning moest dan weer toonbaar gemaakt worden. “Sommige woningen zagen helemaal bruin van de rook, want in die tijd werd nog volop gerookt.” Het buitenschilderwerk werd uitgevoerd door schildersbedrijf Lindhout, maar alle andere schilderklussen kwamen bij Ad terecht. “Ik heb nog eens lijnen moeten aanbrengen achter de garages. Zat ik daar op mijn knieën met een pot wegenverf en een mal de letters ‘verboden parkeren’ te schilderen.”

Vastenavend

Aan de Scheldeflat koestert hij goede herinneringen. “Het was een hele gezellige flat. Het zat vol met gewone mensen, zoals jij en ik.” Beroemd waren de vastenavendvieringen, waar Ad regelmatig een helpende hand uitstak. “Dan vroeg Jan Coppens, de huismeester, of ik wilde helpen met het klaarzetten van de stoelen of met de drankjes. Er werd écht gefeest. Natuurlijk gebeurde dat op de andere flats ook wel, maar bij de Scheldeflat ging alles zo vanzelf. De volgende dag hielp ik vaak weer met opruimen. Dan lagen de kippenbotten onder de tafels”, grinnikt hij.

Foto’s: Peter Suijkerbuijk

Tentoonstelling

Ad hanteerde de verfkwast niet alleen voor zijn beroep, schilderen is ook jarenlang zijn grote hobby geweest. Als kunstschilder hield hij nog eens een expositie in de Scheldeflat. “Ik heb ooit les gehad van Louis Weijts, later heb ik mezelf allerlei technieken aangeleerd. Ik schilderde vooral landschappen. Het was een goed gebruik onder het personeel dat als iemand een hobby had, dit tentoongesteld mocht worden in de serviceflats. Voor de bewoners waren dit altijd leuke activiteiten.”

Zijn talenten bleven niet onopgemerkt. Meneer Bakx vroeg of Ad een decor wilde schilderde voor een voorstelling voor het 25-jarig bestaan van de Scheldeflat. Hij schilderde de volledige Scheldeflat in detail na.

Lees ook het verhaal van de nachtbewaker Peter Suijkerbuijk. Klik op de link!

De herinneringen van
Peter Suijkerbuijk

Vondsten bij de Scheldeflat

Het gaat om sporen van een kleine nederzetting uit de periode tussen het einde van 6e eeuw en het midden van de 9e eeuw. Oftewel: ruim 1400 jaar geleden werd onze wijk al bewoond!

De tuin van de Scheldeflat in de wijk Fort-Zeekant in Bergen op Zoom is deze weken het toneel van een archeologisch onderzoek. De flat zelf wordt gesloopt en maakt plaats voor nieuwbouw. Onderdeel van de ontwikkeling is onderzoek naar sporen uit het verleden. En die blijken enkele meters diep nog goed te vinden te zijn.

In de tuin zijn verschillende hutkommen gevonden. Dit zijn halfingegraven kuilen, waarboven een houten hutje stond. Kleurverschillen in het zand tonen de wanden en palen van de hutjes.

Ambachtscentrum

“Kijk, dit vinden we hier heel veel”, laat Marco Vermunt zien. In zijn handen houdt hij een groot been, vermoedelijk van een varken. “We vermoeden dat hier een ambachtscentrum heeft gezeten. Van dierenbot werd hier van alles gemaakt, bijvoorbeeld het handvat van een mes of de spinklos voor het spinnen van wol.” Dat er zoveel dierenbotten gevonden worden, is vrij uniek. “Meestal vergaan die in zandgronden.”

Vroege Middeleeuwen

Maar het is vooral de historische periode – de vroege Middeleeuwen – die de vondsten bijzonder maken. “De sporen stammen uit de Merovingische tijd. Een periode genoemd naar koning Merovech. Vondsten uit die tijd zijn vrij zeldzaam, zeker hier in deze regio. De dichtstbijzijnde opgravingen uit die tijd zijn Alphen-Chaam en Den Haag.”

Ook de hoeveelheid aardewerk is opmerkelijk. “Dit kan erop wijzen dat er in die tijd al op grote schaal aardewerk werd gemaakt. Dat zou betekenen dat vanaf de Romeinse tijd tot de 20e eeuw eigenlijk onafgebroken hier aardewerk werd gemaakt.”

Kasteel van Borgvliet

Vermoedelijk maken de gevonden hutkommen deel uit van het latere dorp Borgvliet. Marco wijst in een schuine lijn van de binnenstad tot aan de Binnenschelde. “Dit was vroeger de weg naar het Kasteel van Borgvliet. Vandaar de naam Borgvlietsedreef. In 1545 is deze weg al vastgelegd door tekenaar Jacob van Deventer. De hutkommen die we nu hebben gevonden, volgen dezelfde lijn. Het zou dus heel goed kunnen dat de route die Van Deventer in de 16e eeuw tekenden al 8 eeuwen ouder was.”

Grafkelder

Op het terrein van de Scheldeflat bevond zich tot de jaren ’70 ook het beroemde graf van burgemeester De Roock. Een mytische plek, weet Marco. “In 1956 is het bestemmingsplan Fort-Zeekant vastgesteld. De wijk is toen enkele meters opgehoogd. Het graf kwam daardoor verdiept te liggen, met hekwerk eromheen. Dat maakt de plek nog mysterieuzer.”

In de jaren ’70 zijn de stoffelijke resten overgebracht naar Breda. Het archeologisch onderzoek richt zich niet op de resten van de grafkelder.

In de film over de Scheldeflat geeft Marco Vermunt vanaf minuut 13:15′ meer uitleg over de vondsten en het verhaal van de grafkelder.

Herinneringen aan de Scheldeflat: Peter Suijkerbuijk

Later werd het zijn werkplek en ook een beetje een tweede thuis, toen zijn ouders in de Scheldeflat trokken.

Slechts weinig mensen hebben de Scheldeflat zoveel in nachtelijke uren gezien als Peter Suijkerbuijk. In 1992 kwam hij in dienst als oproepkracht bij de stichting Zorg & Service, twee jaar later kreeg hij een vaste aanstelling als nachtbewaker. Een taak die veel verder ging dan enkel beveiliger. “Als ik ’s avonds aankwam, zat er soms al 4-5 man op mij te wachten. Zodat ik de steunkousen of het gehoorapparaat kon uitdoen, want dat mocht ik in die tijd nog gewoon doen.”

Links: foto gemaakt tijdens de open dag in 2007.

Rechts: Peter Suijkerbuijk met huismeester Ad Geers

Inbreker

Peter was er vooral voor de sociale veiligheid. Bijvoorbeeld om hulp te bieden als iemand ’s nachts uit bed viel of als er een dokter nodig was. Maar hij herinnert zich ook nog een ander voorval: “Er kwam iemand binnen die zich voordeed als taxichauffeur. Hij zei dat hij iemand kwam ophalen. Toen die persoon zogenaamd niet kwam, liep hij zelf door de gangen. Daar zat hij aan de deuren en kastjes om te zien of hij ergens iets kon weghalen. De bewoners hebben me gewaarschuwd. Ik heb de inbreker gepakt en later overgedragen aan de politie.”

Schaaltje bonbons

Dat bewoners een handje hielpen, is tekenend voor de betrokkenheid in de Scheldeflat. “De allereerste bewoonster van de Scheldeflat vroeg ’s avonds altijd of ik even bij haar langskwam. Ze had een schaaltje bonbons klaar staan. Als ik er dan eentje wegnam, wist ze dat ik geweest was.”

Boven: Foto’s gemaakt tijdens Peters rondes door de Scheldeflat

Onzekere tijd

Langzaam maar zeker pakken donkere wolken samen boven de Scheldeflat. “De grote serviceflats in de stad, zoals de Scheldeflat, Jacquelineflat en Warandeflat, kregen steeds meer leegstand. Toen de Warandeflat dichtging, kwamen er 35 bewoners naar ons toe. Toen zaten we weer even wat voller, maar uiteindelijk liep ook dat terug.” Een onzekere periode brak aan. “Voor de bewoners, maar ook voor het personeel. Sommigen moesten zelfs uitkijken naar een andere baan.”

Familie

Dat de Scheldeflat nu tot zijn einde komt door de sloop, is een vreemd besef. “Voor mij is de Scheldeflat een stukje historie. Ik ben opgegroeid aan de Zeekant, heb de flat nog zien opgebouwd worden. Mijn moeder heeft er tot het einde gewoond, ik heb er al die jaren gewerkt. We waren met zijn allen één familie; de bewoners en het personeel. Maar ook een familie die uit elkaar is gevallen, toen we allemaal ergens anders terecht kwamen. “

Lees ook het verhaal van de Scheldeboys. Klik op de link!

De herinneringen van
de Scheldeboys